In 1880 bestonden er in Weert 2 fanfares, te weten: de Stedelijke en St.-Teunis. Waarom dan een derde fanfare in een gemeente van nog geen 8.000 inwoners, waarvan slechts de helft in de stad zelf woonde en de andere helft op de buitennijen of te wel gehuchten? Het was niet om de bestaande fanfares concurrentie aan te doen. Het ging er om de leden van de St.-Josephs-vereniging aangenaam bezig te houden.

DIRIGENTEN

• 1880-1906 Henri Schaeken
• 1906-1918 Henri Teunissen
• 1919-1925 Hubert Teunissen
• 1924-1945 Simon Petrus van Leeuwen
• 1947-1952 Jean Claessens
• 1952-1956 Fr. van Abeelen
• 1956-1957 Jean Claessens
• 1957-1962 M. van Dooren
• 1962-1963 J. Soudant
• 1963-1975 H. Kuypers
• 1975-1978 Wiel Jacobs
• 1978-1987 Léon Adams
• 1987-1989 Henri Adams
• 1989-1996 Sef Pijpers jr.
• 1996-2006 Hans Pastoor
• 2006-2011 Roger Niese
• 2011-2015 Alex Schillings
• 2015-2016 Jacques Claessens
• 2017-heden Bart Deckers

GESCHIEDENIS

HET ONTSTAAN

In de vergadering van 14 maart 1880 besloot het bestuur van de St.-Josephvereniging in Weert een fanfare op te richten onder de naam St.-Joseph. De St.-Josephvereniging was een vereniging voor jonge handwerklieden (gezellen) en het voornaamste doel was de opgroeiende jeugd van de straat te houden. Door het organiseren van allerlei activiteiten probeerde men de jeugd in een beschermde omgeving op te voeden. Maar eerst wat meer achtergronden over deze St.-Josephvereniging.

Rond 1850 begon in Beieren de Kapelaan Adolf Kolping met het oprichten van gezellenverenigingen voor jonge handwerkslieden, die nog in het vak moesten worden geschoold. Daar zij volgens de geestelijkheid aan allerlei zedelijke gevaren blootstonden, vooral als zij in den vreemde gingen werken, zouden deze gezellenverenigingen een uitkomst bieden om deze jonggezellen op te vangen, door hen het godsdienstig leven beter te laten beoefenen, door hen in de vereniging de gelegenheid te geven hun vrije tijd aangenaam en zinvol door te brengen. Als patroonheilige voor deze gezellenverenigingen werd St.-Joseph gekozen, als zijnde de patroon van de handwerkslieden. Weert kwam met deze vereniging echter pas later in aanraking.

MARIACONGREGATIE EN SOCIËTEIT ST.-JOSEPH

Wel werd in Weert in 1851 opgericht de Congregatie der Onbevlekte Ontvangenis van Maria voor alle jongens die reeds werkten en niet meer de catechismuslessen volgden. Deze congregatie was echter van zuiver kerkelijke aard. Vanuit deze congregatie werd evenwel in 1870 de Sociëteit van St.-Joseph opgericht om de oudere mannelijke jeugd gepaste ontspanning te bieden. De Sociëteit was gevestigd in een lokaal van de Heer Stribos aan de Beekstraat. Lid konden worden die leden van de Congregatie die 17 jaar of ouder waren. Bij jongere leeftijd moesten zij toestemming ontvangen van de Prefect van de Congregatie. De eerste president van de Sociëteit St.-Joseph was de heer Felix Janssen. De contributie bedroeg 30 cent per jaar in 2 termijnen te voldoen. Dat de leden toentertijd geen heilige boontjes waren blijkt wel uit de verslagen van het bestuur waarin nog al eens werd gefoeterd onder andere dat er veel te grof werd gekaart, namelijk een keer voor een pot van 145 cent, een heel bedrag voor die tijd.
De directeuren (toezichthouders) waren ook niet altijd aanwezig. Hiervoor werd later een boete vastgesteld, waarvan men alleen kon worden ontslagen wegens ziekte of uitstedigheid.
Ziekte heette dan: ongeschiktheid om een herberg te bezoeken en buiten de stad heette: verwijderd zijn, dat men dien dag geen Weerter herberg bezocht. Ook werd besloten om de garçon der sociëteit een jaarlijks salaris van vijf francs te geven met vrije toegang van de sociëteit. Voormelde som zou in 4 termijnen worden betaald.
Op aandringen van de Prefect der Congregatie, kapelaan A. Meeuwissen, besloot men zich aan te sluiten bij de Algemene St.-Josephs-Gezellenvereeniging in Nederland en Duitsland.

ST.-JOSEPHS VERENIGING

De Sociëteit St.-Joseph werd herdoopt in St.-Josephs-vereniging. Deze aansluiting werd een feit in 1879. Een van de voorwaarden was echter dat een geestelijke voorzitter diende te zijn. Door de kerkelijke overheid werd hiervoor de directeur van de Congregatie van Maria aangewezen. Als voorwaarde stelde de kerkelijke overheid dat deze en toekomstige directeuren steeds voorzitter zouden worden.
Het tot nu toe in gebruik zijnde lokaal voldeed niet meer aan de eisen en men begon uit te kijken naar een nieuw lokaal. Toen op 28 juli 1878 de St.-Vincentius-Vereniging besloot tot het bouwen van een lokaal en magazijn, werd het plan geopperd er tevens een lokaal of zaal bij te bouwen voor de St.-Josephs-Vereniging. Dit werd akkoord bevonden tegen betaling van een bepaalde huur aan de St.-Vincentius-Vereniging.
In september werd met de bouw begonnen en reeds op de eerste zondag van mei 1879 werd het nieuwe lokaal van de St.-Josephs-Vereniging geopend. In latere jaren zouden nog diverse verbouwingen plaatsvinden. Het gebouw lag op het tegenwoordige Patronaatsplein aan de Wilhelminasingel.
Vermaak was er in die tijd weinig. Zeker niet in de lange, donkere wintermaanden. In de straten van de stad brandden slechts enkele petroleumlampen. Daarom was de vereniging van de St.-Josephs-Gezellen een uitkomst voor de oudere, nog niet getrouwde jeugd.
Al spoedig werd er een zangkoor en een handbooggezelschap onder de naam St.-Joseph gevormd.

In een vergadering van eind 1879 werd in het bestuur onder voorzitterschap van kapelaan A. Meeuwissen het plan geopperd om uit de leden van de St.-Josephs-Vereniging een fanfare te vormen.
In de bestuursvergadering van 14 maart 1880 werd definitief besloten om deze fanfare op te richten onder de naam van fanfare St.-Joseph. In de vergadering van 4 april van dat jaar werd medegedeeld dat een zekere heer Jacobs ƒ 100,00- had geschonken aan de fanfare. Als directeur en dirigent erd de heer Henri Schaeken aangesteld. Deze was afkomstig uit een toentertijd muzikale familie van Weert. Zijn vader was organist van de Stads- of St.-Martinuskerk en zijn broer was in Brussel leraar aan het conservatorium en componist van meerdere muziekstukken en operettes, onder andere Jean de Weert. Henri Schaeken was tevens leraar aan de pas opgerichte tekenschool (tekenen voor opleiding van vakmensen).

DE EERSTE JAREN

De fanfare startte met slechts 8 leden. In mei van dat jaar werden bij de firma Mahillon te Brussel acht instrumenten besteld. De bezetting bleef de eerste jaren minimaal. Toch bracht de fanfare in november 1880 reeds een serenade aan de organist J. Schaeken. Het verdere optreden naar buiten had niet zo heel veel te beduiden. Dat was echter ook niet de opzet. De fanfare was immers niet afhankelijk van de gemeenschap. Subsidie werd dan ook niet bij het gemeentebestuur aangevraagd. De centen kwamen uit de St.-Josephs-Vereniging c.q. de kerk. Deze betaalde aanvankelijk ook de dirigent.
In 1881 werd in het bestuur van de St.-Josephs-Vereniging gevraagd of de fanfare zou deel nemen aan het in september te Weert te houden festival. Dit werd geweigerd omdat zulks te veel zal vergen van de jeugdige krachten, terwijl ook een gedeelte reeds zou optreden met de zangvereniging Cercle St. Cecile. De leden mochten privé wel medewerking verlenen aan de
Stedelijke Fanfare mits ten eerste geen instrumenten van de St.-Josephs-Vereniging zouden worden gebruikt en ten tweede van de zijde van de Stedelijke geen pogingen zouden worden aangewend om leden over te halen om tot hun vereniging toe te treden. De leiding was geheel en al in handen van het bestuur dat zelf niet meespeelde.
Het alles beslissende woord had de voorzitter. Daar dit tot 1936 een kapelaan was, die tevens voorzitter was van de St.-Josephs-Vereniging zoals die bestond, mocht er op hem als geestelijke geen kritiek worden gegeven.

HET EERSTE OPTREDEN

De eerste jaren speelde de fanfare alleen voor de leden van de St.-Josephs-Vereniging. Toch trok men wel eens de stad in om de Bisschop te begeleiden bij het toedienen van het H.-Vormsel of bij gelegenheid van de optocht van de H.- Kindsheid, van Neomistenfeesten of om serenades te brengen aan de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders of andere personen die iets met de kerk te maken hadden.
In 1886 werd voor de eerste maal deel genomen aan een festival en wel te Hamont. (B) De fanfare kreeg als prijs een zilveren herinneringsmedaille. Hierna ging het weer op gezapige toon langzaam verder. Het leek wel of de pit er een beetje uit was. Het duurde tot 1895 eer weer aan een festival werd deelgenomen en nu te Moll in België. Als prijs ontving men twee bronzen herinneringsmedailles, een als fanfare en een als zangvereniging. Het is niet duidelijk of de leden van de fanfare ook optraden als zangers of dat dit een apart gezelschap was.
De directeur Henri Schaeken ontving toen bij loting een prijs van 25 francs hetgeen toen een waarde vertegenwoordigde van ongeveer ƒ 12,50, een groot bedrag voor die tijd.
Nu ving er een tijdperk van meer dan tien jaren aan, waarin de fanfare St.-Joseph meende op haar lauweren te kunnen rusten. Ze bestond nog wel en het aantal leden breidde zich uit, maar van echt aan de weg timmeren was geen sprake. Naar buiten werden enkele marsen gespeeld en bij uitvoeringen in het St.-Josephgebouw op de Wal werden iedere keer slechts twee stukken ten gehore gebracht. Maar men beoefende niet alleen de fanfaremuziek, er werd ook gezongen en vooral toneel gespeeld. Dit toneelspelen zou in latere jaren een goede bron van inkomsten worden van de fanfare. Het toneelspelen was geen voorrecht van alleen de fanfare, bijna iedere vereniging die er toen bestond, hield er zich mee bezig. Zoveel afleiding en/of mogelijkheden tot vertier als tegenwoordig bestonden er niet en zeker niet in Weert, dat toentertijd een rustige en wellicht slaperige indruk maakte.
In 1906 overleed de eerste directeur van de fanfare. Henri Schaeken had de fanfare 25 jaar gedirigeerd. Twee keer was de fanfare buiten Weert opgetreden, voor eigen huis had men gemusiceerd en wellicht meer nog voor eigen genoegen. Wie weet had men daarmee ook beantwoord aan de doelstellingen van de oprichters: de opgroeiende jeugd van de straat te houden door haar de mogelijkheid tot activiteiten te bieden binnen een beschermde omgeving.

In september 1906 begon een nieuwe periode met de benoeming van Henri Teunissen als dirigent, die dit bleef tot oktober 1918 toen hij ontslag nam.
In 1909 nam St.-Joseph voor de eerste maal deel aan een concours en wel met 26 muzikanten. Dit concours was te Weert georganiseerd door haar zustervereniging de Stedelijke Harmonie St.-Antonius bij gelegenheid van haar 30-jarig bestaan. De fanfare behaalde op dit concours in de derde afdeling een eerste prijs met 64 punten.
Later in dat jaar plaatste St.-Joseph voor de eerste maal een advertentie in het Kanton Weert, om melding te maken van een uitvoering die zij op Maria Hemelvaart zou geven in de tuin van het St.-Josephsgebouw. In september van dat zelfde jaar werd nog een advertentie geplaatst onder de aanhef Godsdienst Arbeid Vrolijkheid om een uitvoering aan te kondigen in de St.-Josephs-Vereniging.
De eerste leden die hun zilveren lidmaatschap mochten vieren waren Jac. Munnecom en Math. van den Broek en wel op 12 juni 1909.

DE KERKELIJKE

In 1910 werden nieuwe uniformpetten gekocht en in 1912 ontving men een vaandel. Tot nu toe had men zich moeten behelpen met het vaandel van de handboogschutterij St.-Joseph dat iedere keer welwillend ter beschikking werd gesteld.
De inhuldiging van dit eerste eigen vaandel werd feestelijk gevierd met medewerking van Stedelijke Harmonie St.-Antonius en de in 1909 opgerichte fanfare St.-Franciscus op de Biest. In deze jaren krijgt de fanfare St.-Joseph ook het predikaat Kerkelijke. Deze toevoeging is niet door de vereniging zelf gedaan, maar is geleidelijk gegroeid door de berichtgeving in de kranten naar de analogie van de Stedelijke. De kerkelijke overheid stond hier niet afwijzend tegenover maar zag het zelfs graag.

FINANCIËN

Tot 1913 was de fanfare als onderdeel van de St.-Josephs-Vereniging financieel van deze vereniging afhankelijk geweest. Sinds de tweede helft van 1913 had de vereniging een eigen kas met een eigen penningmeester. Dit stelde echter niet zo heel veel voor. De ontvangsten over 1913 en 1914 bestonden uit 8 posten met een totaal van ƒ 119,90. Hierin waren onder andere begrepen een subsidie van het kerkbestuur van ƒ 40,00, een donatie van de Zeer Eerwaarde Heer Deken Ed. Haenen van ƒ 10,00 en contributie van de leden van ƒ 37,50. De uitgaven bedroegen ƒ 58,44 zodat er een batig saldo over bleef van ƒ 61,46. Enkele uitgaven betroffen onder andere 75 liter bier van ƒ6,00, een trom met toebehoren van ƒ 10,98 en voor het Cecileafeest ƒ 10,00.
Nu lijken ons dit belachelijk kleine bedragen, maar voor die tijd was een tientje toch ongeveer een volledig netto weekloon voor een goede vakman. Dit kasboek geeft echter niet de volledige financiële positie weer, want tegelijkertijd werden volgens het kasboek van de St.-Josephs-Vereniging door die vereniging nog diverse uitgaven gedaan voor de fanfare, zoals instrumenten, muziek en directeursloon

VAN FANFARE TOT HARMONIE

Toen de fanfare, inmiddels onder leiding van S.P. van Leeuwen uit Assen, uitstekende resultaten behaalde tijdens de concoursen in 1925, 1926, en 1928 besloot het bestuur de fanfare om te zetten in een harmonie. Er werden 6 klarinetten aangeschaft en ook als harmonie werden prima concoursuitslagen behaald.
Direct na de Tweede Wereldoorlog werd onder leiding van dirigent Jean Claessen de wederopbouw ter hand genomen. Het resultaat was dat men reeds in 1947 op concours ging.
In Voerendaal werd deelgenomen in de superieure afdeling en het was meteen raak: een eerste prijs met lof der jury en 367 punten. Sinds 1947 musiceert de Kerkelijke Harmonie St.-Joseph onafgebroken in de superieure afdeling.

In 1955 besloot het bestuur een drumband op te richten om aan de harmonieoptredens meer uitstraling te geven. Bovendien kreeg men in dat jaar, als een der eerste harmonieën in Limburg, uniformen.
In 1963 traden de eerste vrouwelijke muzikanten aan, maar zij konden een fikse achteruitgang van het aantal leden niet voorkomen. Bij de overname van de voorzittershamer door H. Maas in 1965 telde het korps nog maar 30 leden. Toch bleven de concoursresultaten prima. Om de bloedarmoede waaraan de harmonie leed te overwinnen, werd eind 1967 Thei op t Veld als promotor aangetrokken. En hij boekte resultaat: in 1969 telde de harmonie weer zon 60 leden en tijdens het concours in Dieteren behaalde de harmonie onder leiding van H. Kuypers met 324½ punt een dikverdiende eerste prijs met lof der jury.
Een andere zeer belangrijke impuls die Th. op t Veld aan de harmonie gaf, was de oprichting van een apart jeugdorkest. Dit jeugdorkest is de kweekvijver van jong muzikaal talent.
In 1970 werd Th. op t Veld voorzitter en werd de heer H. Maas benoemd tot erevoorzitter.
De harmonie nam in 1971 deel aan een groot KRO-muziekfestival en in Breda wist het korps de finale te winnen.
In 1978 werd Leon Adams uit Ell de opvolger van W. Jacobs als dirigent. In het jubileumjaar 1980 leidde hij het sterk verjongde korps op het concours in Horst-Hegelsom tot een prachtige prestatie in de superieure afdeling.
Leon Adams en zijn echtgenote hebben er jarenlang voor gezorgd dat met medewerking van een groot aantal basisscholen jeugdleden konden worden geworven. Tijdens de viering van het eeuwfeest in 1980 werd de harmonie voor haar vele verdiensten voor het Weerter culturele leven onderscheiden met de Penning van Verdiensten van de gemeente Weert. Bovendien werd ze begiftigd met de Koninklijke Erepenning van H.M. Koningin Beatrix. Het eeuwfeest werd uitbundig gevierd met een week feest in een grote tent in het stadspark met allerlei bekende TV-sterren.

AAN DE WEG TIMMEREN

Ook de volgende jaren bleef de Kerkelijke Harmonie aan de weg timmeren. Zo trad de harmonie een aantal jaren op als gastheer van het Blazersfestival dat jaarlijks door de VARA en de Buma wordt georganiseerd. Hierdoor konden vele top harmonieorkesten naar Weert worden gehaald. In 1982 organiseerde de harmonie het LBM-Bondsconcours in Sporthal Leuken.
Tussen 1988 en 1998 organiseerde de Kerkelijke als initiatiefneemster jaarlijks het Bondsconcours voor Jeugdorkesten. Aan dit in Nederland unieke concours doen vele honderden jeugdige muzikanten mee verdeeld over diverse jeugdorkesten. Het concours heeft inmiddels, in een iets aangepaste vorm, een vaste plaats ingenomen in de bondsconcoursagenda.
Zeer verheugend waren voorts de concourssuccessen van de drumband met als bekroning een Limburgs en Nederlands kampioenschap in de derde divisie in 1989 en 1990. In 1996 is de drumband omgevormd tot een percussiongroep. Onder de bezielende leiding van Leon Camp behaalde de percussiongroep een eerste prijs met promotie naar de eredivisie. Tevens werden ze Limburgs kampioen en in januari zelfs Nederlands kampioen.
Begin 1987 werd de jonge dirigent Henrie Adams de muzikale leider. Door de zeer eervolle benoeming tot dirigent van het Spaanse toporkest LArtistica Bunol moest Henrie Adams echter in maart 1989 voortijdig afscheid nemen van de harmonie. Tussen 1989 en 1996 stond de harmonie onder leiding van Sef Pijpers jr. In oktober 1990 behaalde de harmonie tijdens het bondsconcours een eerste prijs met 318 punten. Daarmee behaalde de harmonie, die in dat jaar ook het 110-jarig bestaansfeest vierde, het hoogste aantal punten van alle deelnemers aan het concours in Roermond. In 1996 werd Hans Pastoor de dirigent van het harmonieorkest. Onder zijn leiding nam de harmonie in 1999 en 2003 deel aan het bondsconcours in Venlo en wederom beide keren met een eerste prijs.

Na de viering van het 125-jarig bestaansfeest vertrok in 2006 dirigent Hans Pastoor. Sindsdien staat de harmonie onder leiding van Roger Niese. Hij leidde de harmonie in 2008 naar een eerste prijs tijdens het bondsconcours in Heerlen.

Van 1997 tot 2010 beschikte de harmonie over een eigen repetitielokaal boven een winkel aan de Maaspoort in Weert. Vanaf het voorjaar 2010 hebben de harmonieleden in eigen beheer een voormalige gymzaal aan de Schuttebeemd omgetoverd tot een prima repetitie- en verenigingslokaal. Dat werd in oktober 2010 officieel in gebruik genomen. Vanaf die tijd wordt gemusiceerd aan de Schuttebeemd 132 in Weert.

In januari 2011 gaf Roger Niese aan zijn dirigentschap te willen neerleggen wegens een aanbod van een ander korps. Op 6 februari 2011 is Alex Schillings benoemd tot dirigent van het harmonieorkest. Het harmonieorkest telt in 2011 ongeveer 70 musicerende leden. Het jeugdorkest telt bijna 40 leden en het percussion ensemble heeft bijna 20 leden. Daarnaast volgen via de harmonie nog ongeveer 50 (jonge) muzikanten een muziekopleiding bij RICK, het Regionaal Instituut Cultuur- en Kunsteducatie in Weert.

In 2011 was de concertreis naar het Belgische Gent het hoogtepunt. De harmonie gaf toen een concert in de St.-Niklaaskerk en een openluchtconcert in het centrum. Verder was er ruimte om deze historische stad te beleven. Het was vooral een leuk weekend.

In 2012 werd voor het eerst een specifiek kinderconcert gehouden. Onder de naam Habracadabra werd de zaal omgevormd tot een heus circus. Samen met kinderen van basisschool Franciscus uit Laar werden acts ingestudeerd. Er werden twee fantastische voorstellingen uitgevoerd voor het hooggeëerde publiek. Uiteraard zorgde de harmonie zelf voor de muziek. Het jaar werd afgesloten met een Sylvesterconcert in het Munttheater.

2013 stond vooral in het teken van repeteren en verdere kwaliteitsverbetering van het orkest. Met algemene en groepsrepetities werd hard gewerkt aan klankkleur en techniek. Op 24 december werd, traditiegetrouw, de nachtmis in de Dekenale Martinuskerk Weert opgeluisterd in samenwerking met het Weertse koor Vivace. De beoogde concoursdeelname in 2013 werd uitgesteld vanwege tijdelijke uitval van belangrijke muzikanten in het orkest. De deelname aan het concours werd verschoven naar 2014.

2014 was een druk jaar met diverse mooie en afwisselende projecten. Het orkest werkte mee aan de jubileumvoorstellingen van de Oudheidkundige kring Aldenborgh in het Munttheater. Weertse liedjes, films en muziek wisselden elkaar af. Verder stond de harmonie centraal in de masterclass met de Nederlands Amerikaanse dirigent en componist Johan de Meij. Dirigenten kregen les van de componist zelf. Natuurlijk stonden werken van hem op de lessenaar. Andere projecten waren de opening van het Franciscushuis Weert, het scholenproject bij Openbare Basisschool Molenakker Weert en het Play-in-the-music-concert op de Markt vanwege 600 jaar Weert.

Het beste van 2014 werd bewaard voor de laatste twee maanden. In november nam de harmonie deel aan het bondsconcours in Veldhoven. Ze won een eerste prijs met lof van de jury. Onder leiding van dirigent Alex Schillings behaalde de harmonie in totaal 90 punten en was daarmee het best presterende orkest die dag. De zaal beloonde deze mooie uitslag met een daverend applaus en een staande ovatie.

De harmonie won in 2012, 2013, 2014 én 2015 een Weerter Podium Publieksprijs. De gasten van de Nieuwjaars- en Silvesterconcerten in het Munttheater waardeerden daarmee onze muzikale prestaties op het podium.

In december 2014 werd een Uitzwaaiconcert gehouden in het Munttheater. Daarmee werden vrienden en familie uitgezwaaid omdat de harmonie op 26 december naar Shanghai in China vertrok voor een negendaagse concerteis. Tijdens de vijf concerten in de omgeving van Shanghai werden de Chinese gasten getrakteerd op West-Europese cultuur: het harmonieorkest. Op 4 januari 2015 keerde de harmonie moe, maar voldaan terug met koffers vol mooie verhalen.

Na vier jaren namen we in februari 2015 afscheid van dirigent Alex Schillings. De dirigeerstok wordt door Jacques Claessens in september 2015 overgenomen. Wij hebben met Jacques mooie concerten mogen geven onder andere op 17 juli 2016 in de Kloostertuin van de Birgittinessen en het Orgelconcert met Theo Hes op zondag 6 november in het Franciscushuis. In november valt het besluit om toch de samenwerking te beëindigen. Interim-dirigent Hans Pastoor neemt Kerstmis en het Nieuwjaarsconcert 2017 voor zijn rekening. Een weerzien na 10 jaar voelt als een reünie met veel oude bekenden.  Na een zorgvuldige selectieprocedure wordt Bart Deckers voorgesteld om de muzikale leiding op zich te nemen. Op 15 januari 2017 begint hij met veel enthousiasme aan zijn taak die hij tot de dag van vandaag met verve vervult.